Systeemtherapie richt zich, in tegenstelling tot andere therapievormen, niet op het individu, maar op het hele sociale ‘systeem’ waarin iemand zich bevindt.
Het gezin, de school of de plaats waarin iemand woont maken hier bijvoorbeeld deel van uit. De therapievorm werd oorspronkelijk ontwikkeld door de Weense bioloog Karl L. von Bertalanffy en is geschikt voor kinderen, jongeren en jongvolwassenen.
Mensen maken deel uit van een complexe werkelijkheid; ze hebben invloed op en worden beïnvloed door hun omgeving. Zo ontwikkelen ze gedachten, gevoelens, verwachtingen en gedragingen. Hierbij kunnen misverstanden of problemen ontstaan, waardoor je bijvoorbeeld ruzie kunt krijgen met je familieleden of je partner. Door veranderingen in de gezinssituatie of negatieve ervaringen op school kunnen kinderen angsten of gedragsproblemen ontwikkelen.
Bij systeemtherapie wordt gezocht naar de sterke punten binnen een systeem, waarmee de personen die hiertoe behoren zelf kunnen leren om hun problemen op te lossen en elkaar te steunen.